dader

Aquarius workshop

De dualiteit dader-slachtoffer begrijpen

“Zelfs nu is de mensheid over het algemeen nog niet in staat of bereid om samen te leven
met alle broeders en zusters die de aarde bewonen. Het oude bewustzijn zorgt nog steeds voor scheiding.

Maar de mensheid is nu klaar voor een nieuwe impuls, zodat diegenen die de beweging tegenhouden
een pijnlijke crisis zullen ervaren terwijl degenen die erin meegaan ongekende rijkdom en zegen zullen ervaren.”
Citaat uit Padwerk lezing 225: Ontwikkeling van het individuele en het groepsbewustzijn

De aarde is een leerschool. We incarneren op aarde om destructief, neurotisch, kinderlijk bewustzijn te belichamen. Onze taak is om ons van deze destructiviteit bewust te worden, er verantwoordelijkheid voor te nemen, het te doorvoelen en het naar een constructief, vredig, volwassen bewustzijn op te voeden. Het destructieve bewustzijn is van het goddelijke ware zelf vervreemd en bevindt zich op een dualistisch bewustzijnsniveau. In de dualiteit is iedere goddelijke kwaliteit in twee onverenigbare tegenstellingen gesplitst. De goddelijke kwaliteit broederschap is in daderschap en slachtofferschap gesplitst. Vaak herkennen we maar één aspect van die dualiteit en zijn we blind voor het andere aspect. Maar in de mate dat we slachtofferschap ervaren, in diezelfde mate moet er daderschap zijn. Alleen als we beide aspecten van de dualiteit – zowel slachtofferschap als daderschap – herkennen, doorvoelen en aanvaarden, dan kan de dualiteit weer tot eenheid in zijn oorspronkelijke goddelijke kwaliteit van broederschap versmelten. In deze workshop zullen we met een liefde­volle nieuwsgierigheid aan de hand van drie thema’s uit de Padwerk lezingen de dualiteit dader-slachtoffer onderzoeken.

1e thema: De waarheid “ik en de ander zijn één” begrijpen

In werkelijkheid is er één bewustzijn, want ieder mens is een cel van de entiteit mensheid. Juist door overgave aan en versmelting met een ander (en daardoor met de levenskracht) worden we meer zelfstandig, volwassen, onafhankelijk en krachtig. We dienen te begrijpen, dat als we constructief gericht zijn op de waarheid ‘ik en de ander zijn één’ er geen con­flict meer is tus­sen geven en ont­vangen. Dan geven we gul het beste van onszelf aan het leven waar­door ver­driet, pijn, isolatie, strijd, schuld en frustratie verdwijnen en we de wel­dadig­heid en over­vloed van het leven zullen ervaren.

“Als je wezen gericht is op ‘ik en de ander’ is er geen conflict meer tussen geven en ontvangen. Dan is er geen weigering meer om aan het leven bij te dragen en als gevolg daarvan zullen verdriet en lijden, isolatie en conflict, schuld en frustratie verdwijnen. Dan is er niet langer de verschrikkelijke strijd waarin de mens maar blijft lijden aan zijn geïsoleerd bestaan, waarin hij wil uitreiken en toch op het moment waarop hij dat doet duwt hij weer van zich af. Juist op het moment waarop hij een barrière afbreekt omdat het lijden van zijn isolement ondraaglijk wordt, bouwt hij alweer nieuwe barrières op omdat zijn angst hem overweldigt.”(Citaat uit Padwerk lezing 138) 

2e thema: De vicieuze cirkel van kwetsen of gekwetst worden herkennen

In ieder menselijk wezen bestaat een innerlijk gevecht tussen de levenskracht en de antilevens­kracht. Deze tegenkracht – die bestaat uit angst, vijandigheid, wantrouwen, pijn en woede – schept negatief contact. Het verlangen om te kwetsen uit zich in kibbelarij, vijandigheid en agressie. De overtuiging gekwetst te worden, trekt misbruik aan. Beide houdingen van dader en slachtoffer zijn altijd in ieder mens in dezelfde mate aanwezig, maar één ervan kan meer bewust zijn. Kwet­sen of gekwetst worden leidt tot een vicieuze cirkel van angst, schuldgevoel, schaamte, spanning en weerstand naar contact zodat het innerlijke conflict steeds groter wordt.

“De mens wordt tot pijnlijke contacten gedreven. In hem combineren zich de twee factoren die in twee richtingen trekken: 
1. De kracht die hem naar contact toetrekt;
2.
De angst voor contact die hem ervan wegtrekt.
Het laatste brengt twee fundamenteel defensieve reacties voort: ofwel het verlangen om te kwetsen, ofwel het gevoel gekwetst te worden als onvermijdelijk bijproduct van contact.”
(Citaat uit Padwerk lezing 149)

3e thema: De Wet van Broederschap begrijpen

Vervreemd van het ware zelf ervaren we geen broederschap. De scheiding tussen de dader die het leed veroorzaakt en het slachtoffer dat lijdt, is zo groot dat de dader zichzelf wijsmaakt dat zijn daden geen gevolgen hebben en dat de pijn van zijn broeder of zuster niet zijn eigen pijn is. In plaats daarvan ervaart de dader opwinding en genot wanneer hij lijden en pijn verspreidt. Dit negatieve plezier kunnen we doorbreken door de moeite te nemen om het ware zelf de waar­heid te vragen. De eerste vraag is: “Wat is hier de waarheid?” De tweede vraag is: “Wíl ik de waarheid ècht weten?” Als we die twee vragen kunnen beantwoorden, dan verdrijven we de donkere wolken van destructiviteit en helen we de dualiteit van dader-slachtoffer in broederschap.

“Zonder broederschap is er geen liefde en zonder liefde is er geen broederschap. Liefde is eenheid, haat is splitsing, onenigheid, isolement. Liefde betekent wederzijds begrip. Maar om zulk begrip te laten groeien, dan zijn inspanning en goede wil noodzakelijk. Met andere woorden: liefde is niet iets dat op wonderbaarlijke wijze gebeurt, en de ervaring van eenheid evenmin. Eenheid met God kan niet ervaren worden, tenzij je de eenheid met je broeders en zusters kunt ervaren, zelfs met degenen die je als je vijanden beschouwt.” (Citaat uit Padwerk lezing 257)